Een ander belangrijk verschil is de methode van inspectie. Bij een asbestattest wordt een visuele inspectie uitgevoerd door een erkende asbestdeskundige. Hierbij worden verdachte materialen geïdentificeerd en, indien nodig, monsters genomen voor laboratoriumanalyse. Bij het EPC-attest verzamelt een energiedeskundige gegevens over isolatie, ramen, verwarmingssystemen en ventilatie om de energieprestaties te berekenen.
Hoewel beide attesten verplicht zijn voor panden die vóór 2001 zijn gebouwd, ligt de focus van elk document op een ander aspect van de woning. Het asbestattest is gericht op veiligheid en gezondheid, terwijl het EPC-attest zich richt op energie-efficiëntie en duurzaamheid. Samen bieden deze attesten een volledig beeld van de staat van de woning, wat essentieel is voor een transparante verkoop.